De tocht naar Manning Gorge was iets anders dan verwacht. Zwemmen is niet langer noodzakelijk aan het begin, je kan nu om de poel water heenlopen en er is ook een bootje dat je als een soort veerpont met een touw naar je toe kan trekken.

 

Daarna een vrij zware tocht over de top van een rotsplateau. Typisch australisch pad, zoek je weg over de stenen. Dit maal wel (belachelijk) veel markeringen. Iemand is totaal losgegaan met watervaste verf en een kwast.

Tocht zelf was vooral zwaar en zelfs om 8:00 uur ‘s ochtends al vrij warm. De tocht was evenwel meer dan de moeite waard.

Na ongeveer een uurtje klauteren bereik je een fantastisch klein bergmeertje. Van dit meertje kan je zwemmen naar een volgend meertje dat echt een stukje paradijs is.

Zou gebruikt kunnen worden voor een Bounty-reclame (als Bounty’s nog bestaan). Heerlijk gezwommen in het paradijs. Daarna nog de waterval beklommen en daarachter nog een klein meertje aangetroffen. Dat was evenwel minder mooi dan het meer beneden dus weer naar beneden gegaan. De tocht terug, het was inmiddels “al” 10:00 uur ‘s ochtends, was echt warm.


Terug op de camping spullen ingepakt en vertrokken naar een andere gorge die we om voor donker bij de camping te zijn hadden overgeslagen: Galvans Gorge. Vergeleken met Bell Gorge en Manning Gorge was dit een prutpoeltje. Gelukkig was de tocht er naar toe maar 10 minuten, dus weinig tijd verspild. Vanwege de hitte toch maar een duik genomen en wel lekker afgekoeld. Onderweg nog wat mensen tegengekomen die erg enthousiast waren over Mornington wildlife Sanctuary en uiteindelijk besloten een dag Kakadu op te offeren om daar naar toe te gaan.


De tocht er naar toe was al interessant. Onderweg moet je zelf diverse hekken om het vee binnen of buiten te houden open en weer dicht doen, koeien en kangaroes ontwijken etc. Maar voordat je het terrein op mag moet je eerst met een radio verbinding in een hokje contact leggen met het resort 90 kilometer verderop. Wordt gelijk gevraagd of je blijft eten en dat hebben we uiteraard gedaan.

Onderweg prachtig uitzicht over enorme landerijen met een bergrichel op de achtergrond met een steeds verder dalende zon. Erg mooi. Onderweg kom je niemand tegen en krijg je echt het gevoel naar niemandsland te reizen. Een aparte ervaring.

Eenmaal aangekomen kamp opgezet en bij de receptie gemeld (als je niet voor donker bent aangekomen gaan ze je zoeken). Gelijk ook een kano voor de volgende dag geboekt (zie Sir John Gorge). Nog een korte wandeling vanaf het camping terrein gemaakt en daar nog genoten van de zonsondergang die een rode bergwand (King Leopold Range) in vuur en vlam zet. Daarna lekker gegeten onder de sterrenhemel en ook de eerste alcohol kunnen nuttigen want dit restaurant had zowaar een license daarvoor. Eten was erg goed en erg lekker en daarnaast was de omgeving en de sterrenhemel ook fantastisch. Zoveel sterren, indrukwekkend.