De regen die zou komen… Die kwam niet. Vannacht wel veel onweer in de verte gezien, dus het water zal wel gevallen zijn, maar niet hier.

Het is wel een stukje koeler en daarmee gelijk een stuk aangenamer. Ook omdat er nu best wel een windje staat. Reden genoeg om niet te suppen en de opblaasbare spullen maar niet op te blazen, want voor je het weet ben je naar de overkant geblazen, waar een soort dierentuin eiland is.

Het is heerlijk rustig op het strandje en we besluiten hier lekker nog even te zwemmen en te snorkelen. Komt ook goed uit, want ik moet nog wat werk wegwerken en daar heb ik een paar uur voor nodig.

Het zwemmen bevalt zo goed bij de meiden dat zij niet meer weg willen. We denken er over nog een dag hier te staan en gaan nog wat meer zwemmen en snorkelen.

Samen met Anika ga ik naar een wat dieper stuk. Daar wijs ik haar nog wat zee-egels aan en gelukkig is zij over haar paniek heen.

Ook leer ik haar hoek-duiken. Dat is nog best moeilijk, maar Anika doet goed haar best en heeft in ieder geval erg veel schik.

Er zitten hier redelijk wat visjes maar vooral ook veel heremiet kreeftjes. We laten aan Anika en Madouc zien dat er in de schelpjes een kreeft zitten en een heel brutaal kreeftje komt gelijk als we hem heel even boven water houden al uit zijn schelp.

Leuk om te zien, vooral ook voor de meisjes.

We snorkelen nog een groot deel van de middag. Maar dan merken we dat het weliswaar wel wat koeler is, de zon is nog steeds heel fel. Bovendien begint de wind ook wat te gaan liggen en begint het ook steeds warmer te worden.

Ondanks het smeren dreigen we in het water te verbranden en besluiten we toch maar in te pakken en een koeler klimaat op te zoeken.

We rekenen af met de camping en beginnen dan aan onze tocht naar de Dolomieten.

Kroatië uit en Slovenië in gaat sneller dan andersom. Het stukje dat Slovenië aan de Adriatische kust heeft is erg kort en voor we het weten rijden we Italië in. In Italië lopen we enig Corona risico, omdat Anika eigenlijk gevaccineerd of negatief getest moet zijn. Maar je mag ook max 36 uur in het land verblijven, dus daar mikken we dan maar op.

Overigens wordt nergens onze aankomsttijd in het land geregistreerd, dus het systeem is zeker niet waterdicht en meer voor de vorm lijkt het. Maar mogelijk komt dat omdat we vanuit een groen land (Slovenië) komen.

In Italië rijden we flink door en onderweg stoppen we nog om wat eten te scoren. Langs de snelweg hier niet veel meer dan McDonalds, dus moet dat maar.

Daarna verder doorrijden naar de Dolomieten. In de verte zien we de bergen al opdoemen.

We gokken er op dat de parkeerplaats bovenaan de berg waar je alleen met een camper mag staan (er zijn verder ook geen voorzieningen) nog plek heeft.

Het schiet allemaal wat minder op dan verwacht en in het donker slingeren we over de bochtige wegen door kleine Italiaanse dorpjes.

Uiteindelijk komen we aan in Auronze di Cadore. Daar zien we al de eerste bordjes: Parking Tre Cime full.

Koppig als we zijn rijden we door.

Nog een bord. Parking Tre Cime, full.

We rijden verder

Een verboden in te rijden bord langs de kant van de weg, half op de weg en daaronder de tekst: Parking Tre Cime full.

Zo langzamerhand beginnen we toch na te denken of we niet ergens anders een overnachtingsplek moeten vinden. Dat zal niet echt makkelijk worden, want als we kijken naar de camperplaatsen langs de route zien deze er behoorlijk vol uit.

Koppig als we zijn negeren we het bord en rijden we door. We weten dat er een poortje is met een slagboom. Daar zal het finale oordeel zijn. Als het daar vol is, dan moeten we maar keren.

We komen aan en zien een dichte slagboom met een groot rood kruis bij de entree voor auto’s. De entree voor campers lijkt wel groen. We rijden naar het poortje en vragen of er boven nog ruimte is. Jawel hoor, gewoon kaartje uit de machine trekken en het parkeergeld voor 24 uur aftikken. Dat is redelijk aan de prijs, maar meer dan de moeite waard.

We rijden de ons bekende super steile pas omhoog. Onderweg komen we nog wat wandelaars tegen die de weg terug naar beneden moeten lopen, waarschijnlijk omdat ze de laatste bus gemist hebben.

Boven is het wel zoeken waar dan die plek voor een camper eigenlijk is, want er hebben mensen ook tegen de regels in hun auto naast campers geparkeerd.

Maar het toeval wil dat er net een camper vertrekt / gaat verkassen als wij het parkeerterrein oprijden, waardoor we een prima plek hebben en niet in een diepe modderpoel hoeven te staan.

We lopen naar buiten. Het is hier 5 graden. Wat een verschil met de 35 graden waar we vandaan kwamen met ’s avonds niet onder de 28 graden temperaturen. Dat wordt lekker slapen vanavond.

In het donker zien we niet veel. De maan creëert een rare gloed in de laaghangende bewolking en vanuit het duister horen we de bellen van de koeien die ergens lopen te grazen.

We zijn best moe en leggen de meisjes die onderweg al in slaap gevallen waren lekker in bed en gaan dan zelf ook snel slapen.