Ruta 40 – 13 februari 2018

Anika lekker in de hangmat voor het wafelrestaurant

Op weg verder naar het noorden en wel via de befaamde of beruchte Ruta 40. Een groot deel van de weg is inmiddels geasfalteerd, maar dat gaat niet op voor alle delen.

Voor we weggaan is het hard gaan waaien. Komt goed uit, want dan droogt het laatste restje was dat we nog niet hadden kunnen ophangen lekker snel. Het zonnetje schijnt nog steeds, maar er hangen wel dreigende wolken en voor de middag is er pas echt harde wind voorspeld. De tent inklappen met deze wind is wel wat gedoe, maar het gaat vrij vlot.

Voor we weg gaan nemen we in stijl afscheid met de wafel die ik gisteren vanwege de late openingstijd had moeten missen.

Daarna nog een stop voor wat boodschappen, helaas slagen we niet in het vinden van een klein koekenpannetje.

Voor we een tijd de auto in gaan kunnen de meiden nog genieten van een grote speeltuin. Een speeltuin met een geweldig uitzicht.

Ze genieten volop (het is de leukste speeltuin ooit).

Daarna de auto in, eerst even langs het pompstation, maar helaas, de benzine is op. Gelukkig hebben we op de heenweg gelijk de auto volgegooid en hebben we niet veel gereden, dus redden we het wel tot Tres Lagos, het eerst volgende plaatsje met een pomp (en ook een van de weinige in de omgeving).

Met weemoed kijken we terug naar de mooie pieken van Fitzroy, die er met dit weer gelijk een stuk onheilspellender uit zien.

De weg zelf na de afslag El Chalten is echt slecht. De slechtste weg tot nu toe. Grote losse kiezels met diepe sporen er in en veel kuilen. Daar komt ook de extreem harde zijwind bij die ons geregeld uit het spoor blaast (dat op zich nog redelijk rijdt) waardoor we in de losse grindbak terecht komen en het erg lastig sturen is. Vooral rustig blijven en langzaam corrigeren. Het is een erg lang stuk van deze slechte weg, zeker 100 kilometer, dus dat kost de nodige tijd.

We hebben wel weer lol van de 4wd met zijn grote banden, want we zien andere, kleine auto’s en busjes heel veel moeite hebben met de weg en langzaam  vooruit kruipen omdat ze anders weg stuiteren.

Daar hebben we in ieder geval geen last van en met een redelijke snelheid weten we het te redden tot Gobernador Gregores, een klein plaatsje in the middle of nowhere met een hotel en een pomp.

En elektriciteit en wifi. Elektriciteit was op de camping erg behelpen en wifi was er alleen in naam, het is me maar een keer gelukt om te verbinden en wat tekst te uploaden.

de zon al bijna onder als we bij Gobernado Gregores aankomen

We besluiten daar de dag af te ronden, wat te eten, kinderen in bad, blog bijwerken en de verdere route te plannen.

Het hotel lijkt geheel gerund te moeten worden door een dame die ook nog eens de bediening in het restaurant doet. Dat levert bij het eten wel wat bijzondere dingen op. Eten zelf was goed, maar de service liet te wensen over. De fles wijn kwam wel, maar geen glazen bijvoorbeeld. Apart. Maar we laten onze stemming daar niet door bederven.


Cueva de las Manos – 14 februari 2018

Aangezien er in Gobernado Gregores niet veel meer te doen is dan je auto volgooien met benzine en slapen, gaan we vrij bijtijds weer op pad richting het noorden. De ruta 40 is hier netjes voorzien van asfalt, dus het schiet flink op.

Wel oppassen voor plotseling overstekende guanacho’s en een enkele verdwaalde koe.

Het landschap is ruig en leeg. Hier is zoveel ruimte waar ogenschijnlijk niemand iets mee doet. Tussen het vrij dorre landschap met laag geel gekleurd gras slingert de rivier als een groene ader met hogere bomen en struiken zich door het landschap.

Na een tijdje nemen we de afslag van ruta 40 naar een super klein plaatsje, waar het pompstation tevens restaurant, cafetaria, souvenirshop en hotel is. Ze hebben niet alleen benzine maar voor argentijnse begrippen zowaar ook goede koffie.

En Kindersurprise eieren. Anika is dolblij met haar drakenarmband die erin zat en die de rest van de dag niet meer los.

We rijden verder naar een afslag voor de weg naar Cueva de las manos, de handengrot. De weg hier is weer van dezelfde kwaliteit als de oude ruta 40. los grind, scherpe bochten, heuvel op en af, diepe sporen, lekker glijden maar.

We rijden redelijk soepel de nodige kilometers over deze weg tot we bij het beginpunt van de Cueva de las Manos aankomen.

Een 300 meter diepe canyon verwelkomd ons al.

We hebben geluk, want je mag alleen naar binnen met een gids en er gaat er net een weg met een groep die al stond te wachten, dus we kunnen gelijk mee. Dat scheelt weer een uur wachten. Heeft het een beetje doorrijden toch zin gehad.

De gids spreekt alleen Spaans, maar we krijgen best veel mee. Nu is negativo de mano ook niet heel moeilijk Spaans.

We bewonderen de duizenden jaren oude handafdrukken en rotsschilderingen, maarook vooral de omgeving, een smalle inkeping in de canyon. Doet je ook afvragen, wie heeft deze handafdrukken ontdekt en waar was hij toen mee bezig?

Tussen de handafdrukken van allemaal linkerhanden zit ook een enkele rechterhand en kennelijk ook een voet.

Madouc probeert de trap op een andere manier af te klimmen

De tocht terug begint Anika wat te iepen en steunen en ze wil ook getild worden, net als Madouc. Uiteraard geven we daar – na enige tijd wachten – daaraan toe en tillen we haar tot aan het begin. Het is alsof haar batterij tijdens het tillen wordt opgeladen, want als ik Anika bij het beginpunt neerzet heeft ze weer volop energie.

Aan het einde van de tocht heeft Madouc weer een eigenwijs momentje en blijft ze gewoon zitten terwijl wij weglopen, ook als we uit het zicht zijn. Wat een koppig meisje.

We zijn best op tijd klaar en we besluiten om voor het eindpunt van de dag te mikken op Antiguos, vlakbij de Chileense grens. Zo lopen we wel wat meer in op de planning, maar we twijfelen er niet aan dat er nog genoeg te zien is verderop in onze reis om de tijd mee te verdoen.

In Antiguos is het nog even zoeken naar een overnachting, want veel is vol (hoogseizoen), maar uiteindelijk belanden we in Hotel Patagonia in een mooie kamer, waarna we uiteindelijk een stuk lagere prijs krijgen dan eerst aangeboden, omdat we met creditcard betalen. Snappen doe ik het niet, maar ik vind het prima.

wilde paarden onderweg

We waren van plan te eten in het restaurant, maar dat stelt niet veel voor. Dus gaan we naar een ander restaurant, dicht. De derde keus (eigenlijk onze oorspronkelijke idee, maar daarvan afgezien omdat de eigenaar Nederlandse is, heeft wel plek.

We belanden zowaar in een Valentijn-menu (je weet pas echt dat het goed zit met je relatie als je er pas in het restaurant achter komt dat het valentijn is en dat geen probleem is).

Anika is dolblij met haar kindermenu en dat ze ook nog een ijsje toe krijgt. Ze wil spontaan ook met papa op de foto (normaal wil ze nooit op de foto). Daar maken we gebruik van.


Terug naar Chili (Cochrane) – 15 februari 2018

Na een goed ontbijt in het hotel (lekker met vers gemaakte scrambled eggs, goede croissants etc.), gaan we tegen een uur of 11 weg. De grens is vlakbij. Gelukkig is het niet druk. We zijn vrij snel door de controle in Argentinië (land uit gaat altijd makkelijker). De controle in Chili is altijd wel veel meer gedoe, want je mag geen fruit en zuivelproducten e.d. meenemen.

Dat betekent een strengere controle van de auto dan op het vliegveld. Dus eerst formulier invullen voor de personen. Stempeltje erop. Dan formulier voor de auto. Twee keer stempel halen bij twee verschillende loketten. Maar dan ben je er nog niet. Dan moet de bagage nog gecontroleerd worden. Dat betekent alle bagage door de scanner en een douane ambtenaar die je auto overhoop haalt. Uiteindelijk duikt ergens nog een heel klein stukje kaas op dat we in de koelbox vergeten waren, maar voor het overige was het prima dus leverde dat geen problemen op. Althans niet op dat moment, later hadden we nog wel last.

We rijden verder over een uitermate – laten we het positief formuleren – uitdagende weg. Veel los grind, haakse bochten en heuvels omhoog en naar beneden, al dan niet gecombineerd.

 

Zoals wel vaker bij slechte wegen, het uitzicht is grote delen erg mooi. Eerst rijden we door een vrij desolaat landschap met dome-vormige bergen dat erg aan Cuba doet denken.

Daarna rijden we langs een mooie ruige kuststrook, maar dan niet aan de rand van een meer, maar aan de rand van een groot meer.

We genieten volop, al is Maaike die aan de rand van de weg zit niet zo dol op de stukjes langs de randen steil omhoog en naar beneden.

We rijden langs mooie cabana’s aan het meer, maar het is nog vrij vroeg en we laten ons niet verleiden. Bovendien staat hier veel wind en kan je niet echt lekker buiten zitten.

We vervolgen de weg naar naar een dorpje (Puerto Bernard) dat ook leuke hutjes aan het meer heeft, maar deze blijken uit bedrijf (wel te koop).

We rijden verder naar Cochrane en daar vinden we een mooie kamer in een hotel. Super netjes, super bedden, hele fijne douche, heerlijk na een dag best veel in de auto van de omgeving genieten. De meisjes kunnen gelijk lekker rennen klimmen e.d.

Na een tijdje gaan we de stad in naar een restaurant.  Het eerste restaurant dat warm werd aanbevolen ziet er wel erg shabby en verlaten uit, dus laten we dat links liggen. De tweede optie, best ver lopen, blijkt gesloten. De derde optie is ook dicht, dus belanden we bij optie 4, een bar met eten. Dat blijkt bijzonder lang wachten op eten (wel goed bier) en uiteindelijk een gedeeltelijk rauwe kip. Gelukkig is de zalm wel goed te eten en hebben de meisjes toch nog avondeten. Zelf laten we het er maar bij zitten, want het is best laat.

We slapen heerlijk in ons bed. We zijn wat voor op de globale planning die we gemaakt hebben en we hebben gehoord dat de weg naar Villa ‘o Higgins erg mooi is, dus willen we dat gaan bekijken. Wordt wel krap qua boot e.d., die maar een paar keer per dag gaat en niet veel auto’s kwijt kan, dus we moeten er wel vroeg uit.