Na een heerlijk ontbijt met allemaal ongezonde dingen (cake met slagroom voor de meisjes)

gaan we terug met de oude lift naar de auto die we verderop hadden moeten parkeren vanwege de ZLP (anti auto zone) waarin onze overnachting gelegen is.

We rijden eerst naar Cefalu, een bekende badplaats, maar daar is het zo druk met auto’s langs de kant van de straat dat we besluiten een stukje verder te rijden en daar de kust op te zoeken.

Dat lukt. Voor het parkeren wel eerst even een lokale Parkline-achtige app downloaden en dan kunnen we naar het strand.

Prachtig strand, met mooie rotsen, voor ons en een paar andere badgasten.

Het water is behoorlijk fris, maar te doen, dus we zwemmen ook nog wat.

Na een tijdje poedelen in het water en weer opdrogen in de zon besluiten we dat het tijd is om onze trip te vervolgen naar de bergdorpjes. De weg slingert hier behoorlijk, dus dat schiet niet echt op.

Onderweg zien we wel heel veel pitorreske bergdorpjes, allemaal gedrapeerd over de top van een heuvel. Interessant om te zien. In de dorpjes hele smalle straatjes waar de auto net door past en voor voetgangers nog smalle doorsteekje met trappen, vaak vrij steil omhoog, waar een persoon net past en je elkaar eigenlijk niet kan passeren.

We gaan van het ene dorpje naar het andere dorpje, allemaal voorzien van een overdaad aan kerkjes. Het lijkt wel alsof er om het huis ook een kerkje gebouwd is.

Zo nu en dan kan ik de drone ook nog uitlaten voor wat mooie plaatjes.

Na wat omzwervingen stoppen we uiteindelijk in het plaatsje Petralia Sottana, waar we een overnachting is. Het is wel even zoeken, maar met wat instructies van de overnachting weten we het parkeerplaatsje bij de fontein te vinden.

Eerst door een bizar smal bochtig steegje dat net iets breder is dan de auto zelf omhoog. Op het pleintje is gelukkig nog een reguliere parkeerplek vrij, zodat ik de auto niet rondom de fontein voor je gevoel 2- of 3-dubbel moet parkeren.

Vanaf daar lopen we door een poortje een heel steil straatje omlaag om uiteindelijk uit te komen bij een schattig huisje waar onze B&B blijkt te zijn. Alles is hier wel erg klein. Later begrijpen we dat de vraag wanneer wij ontbijt wilde niet (alleen) vanwege interesse was, maar ook vanuit bittere noodzaak omdat de ontbijt ruimte uit twee hele kleine tafeltjes met in totaal 4 stoelen bestaat, zodat er in shifts ontbeten moet worden.

De kamer is heel sfeervol, met allerhande oude spullen. Een radio met nog oude radiobuizen staat op de kast en vanaf ons balkon hebben we mooi uitzicht over de stad.

Nadat we ons geïnstalleerd hebben in de kamer en het eigenlijk tijd is om te eten, lopen we eerst nog een rondje door de mooie stad. De kerkdichtheid is hier nog hoger dan andere plaatsen (daar staat deze plaats ook om bekend). Op straat zitten overal oude mannetjes met elkaar te kleppen op een bankje of stenen muurtje. De vrouwen zijn nergens te bekennen. Die zullen waarschijnlijk – traditioneel – bezig zijn met het koken van de maaltijd.

We strijken neer in een van de twee restaurants / het enige restaurant? die open zijn / is: de lokale pizzeria / kroeg. We zijn zelf redelijk bekijks en met steenkolen Italiaans bestellen we pizza’s die erg lekker zijn. Vanaf onze tafel kunnen we zo de keuken in kijken hoe de pizza’s gebakken worden.

Een tafel naast ons zitten een aantal Italianen fanatiek naar een voetbal wedstrijd te kijken.

Nadat de pizza’s zijn verorberd lopen we terug door de smalle steegjes naar ons hotel waar we ook weer moe maar voldaan snel slapen.