Heerlijk geslapen in de voor een hut luxe accomodatie. Ze hadden zelfs stroom dus ook de powerbank op kunnen laden. Digitaal kunnen we we dus volledig tegenaan.

 

 

 

Het is een mooie zonnige dag met geen wolkje aan de lucht. Het is zulk mooi weer dat ik – na een voedzaam ontbijt – besluit de trip naar het beginpunt van mijn dagtocht te verlenen met een detour over de top van valihnukur, een berg met een geweldig uitzicht op het dal. Voor ik begin aan de tocht neem ik nog snel afscheid van de hikemaatjes die de tocht niet verlengd hebben met 2 dagen.

De tocht begint in het bos maar klimt daar al snel uit. Het is een pad dat behoorlijk steil is en vaak ondersteund met traptreden  hard omhoog haar. Fysiek is dat afzien, maar het geweldige uitzicht geeft genoeg reden om tussendoor even uit te blazen en te genieten.

Eenmaal boven is het uitzicht fenomenaal.

Naar beneden gaat een stuk sneller en vrij rap daarna ben ik al in lusidalur waar mijn tocht officieel begint. Een leuke kampeerplek met geweldig uitzicht op de gletsjer (aanrader).

Nadat ik mijn waterfles heb bijgevuld (warm weer en klimmen maakt dorstig) ga ik op weg naar Basar, een andere campsite die op de route ligt. Daarvoor moet ik wel eerst de krossa oversteken. De eerste loopbrug kan ik overslaan omdat dat boulder hoppend ook wel lukt, maar bij de tweede gaat dat echt niet.

Na een niet zo interessant stenen pas over het gigantische campingterrein van basar kom ik aan bij het punt waar de route begint te klimmen. En daar leer ik al snel dat de tocht over de top van valihnukur eigenlijk best wel meeviel.

In het begin gaat her vergelijkbaar omhoog op het pad ondersteund met traptreden. Al vrij snel is een mooi uitzicht op een vallei en een rivier.

Het pad wordt smaller en gaat onder  overhangende rotsen vlak langs een afgrond.

Daarna wordt het pad gevaarlijk smal en scheef en komen er touwen en kettingen aan te pas om je veilig aan de andere kant te krijgen. Het meest bizarre stukje was evenwel een richel van ongelijke rotsen van nog geen 30 centimeter breed, een meter of 5-10 landing en een afgrond aan beide kanten. Dan is zo’n rugzak om ineens minder fijn.

Tot overmaat van ramp komen er precies op dat smalle stuk ook nog 5 waaghalzen op een fiets voorbij en moet ik samen met een stel andere hikers op een iets breder stukje plaats maken.

Even verderop zijn weer kettingen nodig, dit keer omdat het pad bizar steil omhoog gaat.

Daarna denk ik van alle gevaarlijke dingen af te zijn ( blijkt niet te kloppen). Het pad wordt breder en minder steil. En het uitzicht is weer geweldig, maar lastig in een foto te vangen. Een groene berg met daarachter een gletsjer voor me en een gigantische gletsjer achter me en verder ben ik omringd door gemarmerde besneeuwde bergen in allerlei kleuren.

ik besluit in de vallei lekker rustig te lunchen en zelfs even in de zon te liggen om. Na het uitzicht te genieten. De oplettende kijker heeft natuurlijk gezien dat ik liggend iets anders aan heb. Dat klopt: ter voorbereiding op de wind bovenop het plateau heb ik alvast een extra shirt aangedaan.

Het uitzicht van het plateau is ook weer super. Maar hoe kan dat  ook  anders op zo’n heldere zonnige dag. Ik loop in mijn shirtje hoog in de bergen en heb nergens last van.  Het is 17 graden, dat is tropisch voor deze streken (of zoals IJslanders zeggen: anything with 2 digits is hot).

Daarna volgt nog wel een bizar stukje. Eerst over een smalle richel met losse steentjes steil omhoog en daarna langs een afgrond over een erg smal pad met kettingen.

Op de top is het uitzicht helemaal fenomenaal.

Daarna gaat het verder door de sneeuw. Het is zwaar maar gek genoeg heb ik nergens last van. Dat avondje rust met een douche, sauna en goed eten hebben wonderen gedaan.

Na een tijdje door de sneeuw kom ik bij de toppen die ontstaan zijn als gevolg van de uitbarsting van 2010: Magnus en Modi. Ik laat mijn rugzak even beneden achter en ik ben zo boven. Zonder al dat extra gewicht voel ik me ineens superlicht. Ook daar bijzonder mooi.

Daarna is het nog een paar kilometer ploegen door een mooi sneeuwlandschap. Na een tijdje kan ik in de verte de zee al zien. Te gek voor woorden, vanaf een gletsjer uitzicht op zee. In de verte zie ik het huisje al liggen. Nog een laatste klimmetje en dan ben ik er eindelijk.

In het huisje (klein maar schattig) is geen water maar de warden haalt geregeld sneeuw van buiten en laat dat smelten zodat er toch water is om mee te koken of te drinken. Het is dan wel lauwwarm. Maar water koelen is makkelijk, je zet het gewoon even buiten. Het huisje is zo klein dat de warden midden tussen de gasten slaapt.

Ik zit nog een tijd op het balkon aan een tafeltje in de zon te genieten van het mooie uitzicht voordat ik naar binnen ga om te slapen.  Wat een waanzinnig mooie dag.