Besloten vandaag een stuk te gaan lopen. Probleem met veel van de wandelpaden hier is dat ze eigenlijk niet bestaan. Het gros van de paden hier op de kaart heeft de omschrijving “geen markering” en de wat betere paden “geen markering, wel herkenbaar”.
We besluiten een tocht te doen die loopt van Hnifdalur naar Bolungarvik, eigenlijk een variant op een tocht in een boekje dat we mee hebben genomen. Het is iets langer, maar hiermee voorkomen we een bizar steile klim en afdaling over los puin. Dat zie ik niet zitten met de kleintjes.
We parkeren de auto in het kleine plaatsje Hnifdalur dat niet veel meer dan 4 straten is en lopen een van deze straten af. De straat gaat over in een landweg en na een veerooster wordt het pad vager en smaller.
Het pad is op delen erg nat en mossig en modderig. Dan is het via steentjes een zo droog mogelijke weg naar de overkant zoeken.
Anika doet vrolijk mee en doet het geweldig. Watervallen zijn er in overvloed en die moeten natuurlijk steentjes gevoerd worden.
De begroeiing op het pad is mooi, maar voor mij wel problematisch.
Want tegen zoveel pollen is geen antihistaminicum bestand.
Onder begeleiding van de eindeloze stroom commentaar van Anika en het niezen door papa vervolgen we de tocht.
De weg gaat geleidelijk steeds verder omhoog en met een boog begeeft het pad zich naar de waterval. Onderweg komen we nog wat paarden tegen op het pad, maar verder geen andere mensen.
Net onder de waterval lijkt het pad te stoppen en steken we de rivier over. Schoenen en sokken uit het koude water in. Tot net onder de knie. Wat is dat water ontzettend koud!
Aan de overkant lunchen we en drogen we onze koude voeten. Gelukkig is het mooi weer en behoorlijk warm.
En uiteraard chillen we even wat.
En er moesten natuurlijk ook steentjes gegooid worden.
Daarna gaat de tocht verder. Het pad is evenwel nergens meer te bekennen. Dat schiet een stuk minder op, want het is goed kijken waar we lopen.
Telkens kleine stroompjes over stekend. En het terrein is bijzonder ongelijk. We navigeren aan de hand van de oude elektriciteitspalen die hier nog staan.
Af en toe komen we onderweg een klein moeras tegen waarbij de ondergrond onbetrouwbaar is. Wat stevige ondergrond lijkt blijkt niet meer dan een hoop mospollen in een grote plas water. Voor de zekerheid gaan we er omheen.
Als we hoger komen wordt het terrein meer en meer rotsen en wordt de begroeiing ook steeds minder.
En het blijft maar klimmen en klimmen. Na iedere top is er weer een nieuwe top even verderop, er komt geen eind aan.
Inmiddels is ons wel duidelijk dat de tocht een stuk langer zal gaan duren dan gepland. Het uitzicht is wel erg mooi. Onderweg moeten we nog door een stukje sneeuw en ijs. Gelukkig is het maar een paar meter.
En dan zijn we eindelijk over de top van de berg en kunnen we uitkijken op de andere kant.
Het uitzicht is super, maar zoals je kan zien is het pad erg drassig en is het grote delen lopen door ondiep kabbelend beekje.
Gelukkig hebben we goede waterdichte schoenen en zit Anika in de draagrugzak. En gelukkig zijn de stenen in de rivier niet glad.
De inmiddels niet meer in gebruik zijnde weg is nog wel te herkennen aan de oude bandensporen die nu de goot vormen voor de rivier.
Eigenlijk hebben we nu alleen maar last van het pad, want in de bandensporen is het stroompje wel te diep voor onze schoenen en de randen zijn wel redelijk glad.
Hogerop wordt het droger, op een enkele grote plas waar we omheen moeten na. Het zonnetje schijnt volop en het is heerlijk weer om te lopen. Dat het zo onbewolkt zou zijn is anders dan de voorspelling en inmiddels voelen we ook dat we geen zonnebrand hebben gesmeerd.
Verderop passeren we diverse watervallen en ontkomen we er niet aan een paar hetzelfde stroompje meerdere keren over te steken. Iedere oversteek wordt breder en dieper. Gelukkig houden onze schoenen ons droog.
De zon gaat al lager staan. In de verte zien we Bolungarvik al liggen, maar inmiddels zijn we wel moe en gaan de voeten zeer doen. 7 kilometer is dan ineens heel ver.
Nog een paar kilometer te gaan. Deze hike was wel een stuk zwaarder dan we verwacht hadden. De tocht was erg mooi, maar we hebben ons wel verkeken op het effect van het totaal ontbreken van een regulier pad.
Gelukkig komen we niet veel verderop een dame in een auto tegen die zo vriendelijk is ons af te zetten aan de andere kant van de tunnel waar onze auto staat. Daarmee bekorten we onze tocht met een paar kilometer. Dat is erg prettig want we zijn behoorlijk moe. Een bijzondere ervaring met een geweldig uitzicht.
We eten ‘s avonds nog lekker wat en op weg nar huis hebben we weer een fascinerende zonsondergang.