13 augustus 2017 – Lofoten

Vandaag de oversteek naar Lofoten met de boot. Dit keer wel een stuk grotere boot (dat is maar goed ook), met twee lagen om auto’s te parkeren. We rijden zelf naar het laagste dek via een luik de buik van het schip in. Het voelt alsof we een kelder in rijden. Het is super krap in de kelder en Anika moet er via de andere kant van de auto uit klimmen.

Het is nog een tijd wachten voor vertrek, maar Anika en Madouc zijn heel zoetjes aan het kleuren.

De trip begint rustig in kalm water net buiten de kust. We zien Bodo achter ons verdwijnen. Met Anika kijk ik nog op het dek die het allemaal razend spannend vindt. Het dek is nog nat van de regen die die ochtend is gevallen. Gelukkig is het nu droog.  

Het is grappig om Madouc te zien lopen terwijl de boot zachtjes heen en weer beweegt in het rustige water dicht bij de kust. Ze vindt het duidelijk gek, heeft moeite haar evenwicht te bewaren, maar heeft tegelijkertijd ook de grootste schik.

Even verder buitengaats beginnen we de eerste gevolgen van de wind te voelen.

We waaien nog net niet van het dek, maar voor de omgeving is er wel een waarschuwing voor storm (Gale warning).

Wind doet ook wat met golven. Enorme golven beuken tegen het schip en laten het best wel omvangrijke vaartuig goed van links naar rechts bewegen. Geregeld schudt het schip zo heen en weer dat lopen zonder de reling vast te houden geen optie is.

Anika wordt er misselijk van en ook ikzelf wordt niet heel gelukkig van dit heftige gewiebel. De penetrante geur van worstjes van de hotdogs of bratwursten of weet ik wat je hier kan kopen die de helft van het schip vult helpt ook niet. Het moet een boosaardig genie zijn geweest om worstjes die deze geur zo ver verspreiden op een boot te gaan verkopen.

We zien de ene na de andere passagier met een zakje en een doosje tissues naar het toilet verdwijnen, lijkbleek tot lichtgroen van kleur.

Gelukkig kunnen wij er doorgaans goed tegen. Anika heeft het er wel zwaar mee, dus gaan we – ondanks de wind – maar het achterdek op om wat uit te waaien. Frisse lucht doet altijd goed en in ieder geval helpt het om weg te zijn van de worstengeur.

Op het dek knapt Anika direct op. De misselijkheid is niet helemaal weg, want ook hier worden we goed heen en weer geschud, maar het is wel veel beter uit te houden. Maar zelfs hier heeft ze het bijna te kwaad, dus gaan we aan de reling aan de zijkant van het schip staan waar we ons goed moeten vasthouden, niet alleen vanwege de golven, maar vooral ook vanwege de wind.

 Een minuutje in deze harde wind is genoeg om de misselijkheid kwijt te raken. Anika maakt nog een leuke opmerking in reactie op de vraag van papa of ze nog misselijk is: “Nee papa, de misselijkheid is helemaal weggeblazen. Ik denk dat hij nu helemaal naar Nederland is geblazen.” We hopen dat het waar is. 

Onderweg nog even wat rustigere zee in de buurt van een bewoond eiland. Dit is echt in the middle of nowhere wonen en dan ook nog op een erg klein stukje grond en altijd afhankelijk van een lange boottocht om ergens naar toe te willen. Moet je maar willen

Als Anika het koud krijgt wagen we ons weer naar binnen. Daar valt Anika nog in slaap op de bank, net als Madouc die ook heerlijk ligt te knorren bij mama op schoot en daardoor geen last heeft van het enorme geschommel.

Madouc is wat eerder wakker en doet haar best om Anika niet wakker te maken door in Anika’s oor te roepen: “Anika papen (vertaal: slapen)?”

Eenmaal wakker is Anika nog wat groggy, maar als ze mee mag naar de punt van het schip met papa is de slaap zo weggewaaid.

We zijn de lofoten inmiddels genaderd en van de punt van de boot nemen we een paar foto’s.

Van boord af gaan we naar het plaatsje A, het meest westelijke punt van de lofoten dat met de auto te bereiken is.

Daar genieten we van een kop koffie en de befaamde kaneelbol.

Anika vindt t maar niks maar Madouc verorberd bijna een hele bol (de binnenkant ervan althans) in haar uppie.

Daarna bekijken we het plaatsje nog even.

Maelstrom en Kraken

We komen ook nog langs een erg simpele speeltuin met schommels van autobanden en wipkippen gemaakt van een vaag soort plastic hond die Madouc op een kip vindt lijken (“kakakaka”).

Daarna gaan we naar Reine, waar we overnachten. Daar hebben we een erg leuk vissershuisje (Rorbu) met uitzicht op de berg.

 Het huisje is van binnen ook mooi en authentiek ingericht.

Met twee slaapkamers, waarvan een op zolder, wat Anika natuurlijk erg spannend vindt.

Nadat de meiden lekker buiten hebben gespeeld, wat steentjes gooien en voetballen en zelf gemaakte pasta hebben gevoerd (zijn ze dol op) is ook de motregen opgehouden en gaan we op pad naar een korte wandeltocht even verderop.

Het pad is wel wat drassig van de regen, maar dat maakt ons niet uit.

Anika vindt het reuze spannend en vooral ook leuk dat papa haar tilt en verderop het pad slingert (met audio effect: WOESH) op de plekken waar het wat moeilijk is (of gewoon omdat ze het zo leuk vindt). “Papa, dit is een woesh, he?”

Anika krijgt de smaak aardig te pakken en durft zelfs al stukjes vooruit te lopen om te zien waar het pad naar toe gaat.

Na een tijdje lopen vinden we het mooi geweest en draaien we om.

Was een mooie tocht en Anika vond het ook super. Madouc vond de schapen vooral erg leuk om te zien.

 Eenmaal terug in Reine eten we nog lekker een hapje op de zolder van het restaurant waar ze ook nog wat tafels hadden weten te plaatsen.

Het licht was uitermate beperkt, maar dat mocht de pret niet drukken, want het eten was goed. En de meiden waren blij met nog wat pasta restanten.